Group of young happy work colleagues

Covid zorgt voor ‘carrièrelockdown’ bij werknemers onder 30

Nu veel mensen de komende tijd nog zullen thuiswerken, blijkt uit nieuwe inzichten dat een behoorlijk deel van de Europese kantoorwerkers bezorgd is over hun carrière-vooruitzichten. Meer dan de helft (51 procent) geeft aan zich zorgen te maken over zaken die op de lange termijn spelen zoals het bijhouden van vaardigheden, een tekort aan professionele training en carrièrekansen. Deze inzichten van Sharp, in combinatie met de deskundige analyse door een vooraanstaand academicus, waarschuwen voor een potentiële ‘carrièrelockdown’ bij de groep die wij vaak ‘digital natives’ noemen, en voor wie de vooruitzichten momenteel op een laag pitje staan.

Het nieuwe onderzoek, uitgevoerd onder meer dan 6.000 kantoorwerkers in het mkb door heel Europa, toont de impact die de COVID-19-pandemie heeft op de behoeften van werknemers en op de verwachtingen voor het toekomstige werken. Na de eerste bevindingen zal Sharp verdere onderzoeksresultaten publiceren in een aankomend ‘Werkplek van de Toekomst” -rapport dat begin 2021 verschijnt.

Ondanks zorgen om hun carrière vindt het merendeel van de respondenten onder de 30 dat het thuiswerken hen productiever heeft gemaakt (51 procent) en dat de technologie die het thuiswerken ondersteunt hen in staat stelt hun werk effectiever te doen (63 procent). Bijna twee derde (61 procent) van de werknemers onder de 30 vindt wel dat thuiswerken het moeilijker maakt om te volgen wat er binnen het bedrijf speelt, en 55 procent zegt zich afgesneden te voelen van het team. Iets meer dan de helft vindt het lastig om thuis gemotiveerd te blijven en daarnaast geeft 24 procent aan zich zorgen te maken over hoe je een team op afstand gemotiveerd kunt houden.

Naast de positieve impact van de technologie lijken de sub-dertigers door het thuiswerken de ontwikkeling van kernvaardigheden mis te lopen die nodig zijn om vooruit te komen. Viola Kraus, organisatiepsycholoog gespecialiseerd in de toekomst van werk, legt uit: “We zien een groeiende trend dat de jongste generatie werknemers, als ‘digital natives’ die om kunnen gaan met technologie, aan hun lot kunnen worden overgelaten en het allemaal zelf maar uit moeten zoeken.”

Deze generatie moet niet alleen de vaardigheden leren om het meeste uit technologie te halen, maar ook algemene bedrijfsvaardigheden om verder te komen in hun baan. De zorgen van deze jonge werknemers over de ontwikkeling van hun carrière komen waarschijnlijk door een gebrek aan connectie met en sturing door hun team en oudere collega’s tijdens het thuiswerken. Zolang we virtueel doorwerken, is het is dus belangrijk dat werkgevers hen begeleiding en een formeel platform bieden waar kennisoverdracht tussen collega’s wordt aangemoedigd, zodat dat uiteindelijk vanzelf zal gaan.”

Het onderzoek toont aan dat werknemers onder de 30 van een werkgever verwachten dat hij/zij hen steunt en hen de kans geeft te leren en zich te ontwikkelen. Denkend aan hun ervaringen tijdens de lockdown, zegt 63 procent van de kantoorwerkers onder de 30 dat zij mogelijkheden voor bijscholing en training belangrijker zijn gaan vinden. Daarnaast vindt 41 procent dat werkgevers werknemers ook tijdens het thuiswerken de mogelijkheid moeten bieden om nieuwe vaardigheden op te doen door online trainingen of bedrijfsbrede workshops.

Peter Hoorn, Managing Director Sharp Benelux: “Onze jongere medewerkers maken zich duidelijk zorgen over de langdurige impact van de pandemie op hun carrière. Bedrijven die plannen maken voor het toekomstige werken, moeten ervoor zorgen dat de fundamenten van werk die zo belangrijk zijn voor carrièregroei niet ontbreken voor de ‘digitally savvy’ generatie. We moeten ervoor zorgen dat we technologie inzetten om het leren en het samenwerken te ondersteunen terwijl de manier waarop we werken blijft veranderen.

Bij Sharp geloven we dat mensen de ware kracht achter een succesvol bedrijf zijn. We zien dit als een kans om positieve veranderingen door te voeren en ervoor te zorgen dat we beter zijn voorbereid op toekomstige generaties.”